Bericht van Burger voor Boer

Op 2 oktober heeft Jeroen van IJzerloo voor een zaal met 200 boeren zijn bevindingen van een workhop aan jonge boeren, en zijn visie op de dynamiek in de sector gedeeld. Hieronder staat een uitwerking van zijn betoog.

Op 24 september stond ik voor een zaal met 25 jonge Utrechtse boeren. LTO Noord had me gevraagd om ze iets te vertellen over wat ik doe, en dan vooral over het project Janmiekeshoeve, waarbij we samen met de boer, de Bosgroep Zuid en Land&Co werken aan een houdbaar verdienmodel voor een natuurinclusieve boerderij. Bovendien wilde LTO Noord kijken in hoeverre deze nieuwe generatie zich bewust is van de uitdagingen voor de sector, en ze in beweging brengen.

Voor vanavond heeft LTO me gevraagd mijn bevindingen van die avond terug te geven. Maar ook om als “burger” mijn visie te geven op de landbouwsector en de uitdagingen waar men voor staat. En om daar vooral geen zijden handschoenen bij te gebruiken.

Ik zal nu in drie punten uiteen zetten hoe ik de zaken op dit moment zie.

Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet

In de Toekomstvisie van LTO Noord staat een stuk over imago: het imago van de boer in de maatschappij moet worden verbeterd. Het zou de burger vooral aan feitenkennis ontbreken en daarom moet de boer meer openheid van zaken geven. Het uitgangspunt lijkt te zijn dat de burger de boer niet wil kennen.

Maar ik zou deze stelling ook om willen draaien: wil de boer de burger wel kennen? Op de bijeenkomst met de jonge boeren stelde ik op een gegeven moment de vraag of ik minder serieus genomen werd omdat ik als enige geen agrarische achtergrond had. Dit werd door één boer bevestigend beantwoord, maar ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat het voor meer jonge boeren gold. Ook in de “save the date” van deze Dag van Utrecht kom ik een ondersteuning van die gedachte tegen. Van de heer Bleker, die vanuit zijn staatssecretarisschap en belangenbehartigersfuncties toch voldoende bekend zou moeten zijn, werd vermeld dat hij “mede-eigenaar van een bedrijf in Mongolië is met 250 koeien”. Dus zelfs met zijn achtergrond moet je laten zien een échte boer te zijn om serieus genomen te worden.

Gooi de luiken eens open!

Zoals boeren zeggen dat de rest van de maatschappij zich eens in hun bestaan zouden mogen verdiepen, wil ik aan de boeren zeggen: Gooi de luiken eens open voor invloeden, meningen en kennis van buitenaf! Van iedereen kun je iets leren.

Beperkt nadenken over de toekomst

Als adviseur van ondernemers en ondernemingen staan bij mij drie vragen centraal:

  • Wat wil ik/willen we?
  • Wat heb ik/hebben we?
  • Wat kan ik/kunnen we?

De wil geeft richting naar de toekomst toe: ben je gelukkig met hoe het gaat? Wil je iets anders gaan doen met je bedrijf? Wat je hebt is de basis van je bewegingsruimte. Dan gaat het ten dele over de financiële bewegingsruimte, maar ook over de kennis en kunde die je hebt. En wat je kan gaat over de mogelijkheden die je voor jezelf en je onderneming kunt scheppen. Dan ga je uitzoeken hoe je een en ander financieel tot stand kan brengen, maar ook welke kennis je daarvoor nodig hebt, welke partners en dergelijke.

Stel jezelf elk jaar deze 3 vragen

Deze vragen zou je jezelf elk jaar moeten stellen. Niet omdat het de bedoeling is dat je MOET veranderen. Wel omdat je omgeving constant in beweging is, en dat effect heeft op hoe jij jouw bedrijf voert. Maar ook omdat ieder mens blijft veranderen. Wat je nu het mooiste beroep van de wereld vindt, bestaat over 5 jaar misschien niet meer. Of jij vindt het niet leuk meer. Als je jezelf deze vragen blijft stellen, creëer je ook een flexibiliteit om te bewegen als voor jou de tijd daar is.

We hebben gemerkt dat voor de boer van Janmiekeshoeve de tijd inderdaad is aangebroken om het anders aan te pakken. En met onze hulp, en die van anderen, werken we voor hem aan een nieuwe toekomst.

De jonge boeren op de bijeenkomst van vorige week waren maar in beperkte mate met deze onderwerpen bezig. Dat de buitenwereld een invloed heeft op hun bestaan was duidelijk. Maar het merendeel van de boeren stelde zich vooral reactief op: als er veranderingen zijn, dan pakken ze die op dat moment wel aan.

Ik zou alle boeren willen aansporen zichzelf ieder jaar het liefst alle drie de vragen, maar in ieder geval vraag 1 te stellen: Wat wil ik? Zorg dat je weet wat je wilt,  op het moment dat je wil of moet veranderen.

Boer en sector: een moeilijk verhaal

De huidige politieke en maatschappelijke ontwikkelingen maken voor mij een eenduidige visie op de sector extreem ingewikkeld. Een aspect waar ook een belangenbehartiger als LTO mee zal worstelen. Op lange termijn wordt aan de sector gevraagd om zo duurzaam mogelijk (CO2 neutraal, circulair, natuurinclusief) te werken. Begrijpelijk en terecht gezien de klimaatdoelstellingen. Op korte termijn hebben we te maken met 65.000 boeren en tuinders aan wie we als maatschappij vragen zo snel mogelijk te veranderen.

We weten allemaal dat in de gevraagde transitie veel aspecten spelen waar de individuele boer geen invloed op heeft. Zo produceren onze boeren vooral voor de wereldmarkt, maar is ook de concurrentie op de Nederlandse markt mondiaal. Dat maakt het lastiger om de transitie te maken naar een duurzamer product met een hogere kostprijs. De consument is vooralsnog niet bereid om een “eerlijke” prijs te betalen voor duurzamer geproduceerde goederen.

Beleidsmaker en belangenbehartiger: vertel een eerlijk verhaal

Ik heb geen visie op hoe de landbouwsector er in 2050 uit zal zien, maar ik heb wel een boodschap voor de mensen die zich ermee bezig houden: beleidsmakers, belangenbehartigers, burgers en boeren:

  • Beleidsmaker en belangenbehartiger: vertel een eerlijk verhaal. De transitie naar een nieuwe en duurzamer landbouwsector zal ertoe leiden dat veel boeren hun bedrijf zullen sluiten. Of dit nu is omdat een concurrentieslag met het buitenland wordt verloren, men de omslag niet kan maken of omdat hun land geclaimd wordt als puur natuurgebied
  • Burger: je zult moeten betalen. Landbouwsubsidies hebben inderdaad een nare bijsmaak voor de gewone burger, omdat er geen tegenprestatie staat tegenover de grote EU-subsidies. Echter, als de maatschappelijke opbrengsten van natuurinclusief boeren niet door de individuele consument wordt betaald, moeten we het als maatschappij als geheel betalen. En dus subsidiëren.
  • Boer: stel jezelf de vraag of je doet wat je wilt. De omstandigheden veranderen snel, dus ga bij jezelf na of het bedrijf dat je hebt het bedrijf is dat je over 5 jaar wilt voeren. En als het dat niet is, neem actie! En ook al heb ik mijn poten niet dagelijks in de klei: deze onwetende burger denkt graag met je mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *